Cler. Luik, I. 1503-1513 (1495-1523) Den Bosch Meester Henric die Bye, meester Henrick die Bie, was een natuurlijke zoon van de vorige notaris en werd op 20 oktober 1481 te Keulen aan de universiteit ingeschreven als Henricus Bye, filius Henrici. Hij keerde later terug naar Den Bosch, waar hij vanaf december 1485 voorkomt als meester Henrick die Bye. Aanvankelijk voerde hij waarschijnlijk als secretarieklerk losse schrijfopdrachten uit voor de stad en assisteerde hij zijn vader. In 1496 wordt hij verder vermeld als collecteur van het maalgeld. Toen in 1499 de zes gecommitteerden of zesmannen werden aangesteld om de stadsfinanciën te saneren werd meester Henrick ingehuurd als hun klerk. Zijn salaris bedroeg 40 Rijnsgulden per jaar. Als klerk van de zesmannen schreef hij onder meer de zettinglijsten en rentboeken en hielp hij bij het innen van de gelden. Omdat het werk zo zwaar was zou door de zesmannen een "verstendelen jongen" worden uitgekozen die hem als adiunct terzijde moest staan, "den welcken adjunct meester Henric voerscreven schuldich sal wesen in allen saken deser stadt aengaende ende die hij te handelen heeft te instrueren ende te leren ende van dien nyet voir hem verbergen". Daarnaast was meester Henrick actief als notaris. Hij stelde in 1503 en 1513 twee testamenten op waarvan ook het eerste pas na 1512 zal zijn geïngrosseerd aangezien in de beide onderschriften staat dat meester Henricks vader inmiddels was overleden. Verder was hij ook een aantal malen als notaris aanwezig bij het afsluiten van de rekeningen van het blok van de Markt (1495-1523) en van de stadsrekening (1510-1518) terwijl hij in 1513 ook een appèl van de stad tegen een gedwongen betaling beoorkondde. Verder was hij als lootmeester betrokken bij de grote stadsloterij van de zomer van 1522 (zie nr.48). Zijn hoofdfunctie was echter steeds die van klerk van de zesmannen. Daaraan voegde hij na de dood van zijn vader in 1512 nog die van ordinarisklerk toe, waarvoor hij slechts een salarisverhoging van 6 Rijnsgulden kreeg. 1) Als klerk van de zesmannen ondernam meester Henrick tussen 1505 en 1521 tal van reizen, onder meer naar Brussel, Mechelen, Leuven, Antwerpen, Gent, Utrecht, Dordrecht, Henegouwen en Bergen op Zoom. In Antwerpen kocht hij in 1515 bijvoorbeeld het zilverwerk dat aan Karel V werd aangeboden toen deze in Den Bosch als landsheer werd ingehuldigd. De meeste dienstreizen stonden echter in het teken van de grote financiële lasten die op de Meierij drukten ten gevolge van de oorlog met Gelre. Bij het innen van cijnzen en pachten op het platteland ondervond meester Henrick ook veel hinder van de oorlogshandelingen. Zo trok hij op 17 september 1513 samen met Willem Henrycssoen en twee wagens vol leden van de schuttersgilden genaamd de Oude Voetboog en de Kloveniers naar de heerlijkheid Oijen om daar cijnzen en andere gelden te innen. Ze verwachtten er Gelderse troepen aan te treffen aangezien Jacop van Ghent, schout van Tiel, en Dirck van Bathenborch aan de bewoners van Oijen hadden opgedragen om die dag naar Maasbommel te komen en daar hun cijnzen te betalen. Bij aankomst in Oijen bleken de Bosschenaren inderdaad te worden opgewacht door 36 Gelderse soldaten. Door tussenkomst van de inwoners van Oijen werd besloten de zaak te laten rusten en een maand later bijeen te komen om een regeling te treffen. Op 30 oktober trok meester Henrick vervolgens met vijf andere gedeputeerden, waaronder de secretaris meester Symon van Couderborch (nr.225), naar Empel en vandaar naar het klooster van Rossum om er met de Gelderse afgevaardigden te spreken over zowel de kwestie Oijen als de vrijlating van krijgsgevangenen uit Mierlo en Someren. De tegenpartij kwam echter niet opdagen zodat de Bossche deputatie - na een maaltijd te hebben genuttigd te Alem - met de pont werd overgezet en onverrichterzake naar Den Bosch terugkeerde. De beide uitstapjes kostten de stad 7 Rijnsgulden en 15 stuiver. 2)
Meester Henrick woonde aanvankelijk waarschijnlijk bij zijn vader. Nadat hij in 1486/87 gezworen broeder was geworden van de O.L.V.-broederschap trad hij op 16 november 1489 dan ook samen met zijn vader op als gastheer bij een broederschapsmaaltijd. Deze maaltijd bestond uit 24 pond rundvlees met rozijnen en kruiden en ging vergezeld van 3 kwarten Hamburgs bier. Blijkbaar was het huis van de gastheren niet geschikt om de gasten te ontvangen want ze leenden voor deze gelegenheid het huis van Henrick van Deventer. Deze zal een vriend of verwant van meester Henrick zijn geweest want in de notariële akte die meester Henrick in 1503 opstelde trad Henrick, zoon van Herman Henricxs van Deventer, koopman, op als getuige, en in 1517 verkocht meester Henrick die Bye als één van de uitvoerders van het testament van dezelfde Henrick (Proening) van Deventher, zoon van Herman Henricks, diens huis gelegen achter het Wild Varken. In 1500 was meester Henrick opnieuw gastheer van een broederschapsvergadering die ditmaal bij hem thuis plaatsvond en in aanwezigheid van zijn echtgenote. Hij moet toen inmiddels tot de rijkere inwoners van Den Bosch hebben behoord want bij de zettingen die tussen 1502 en 1512 werden gehouden betaalde hij telkens meer dan het dubbele van het gemiddelde bedrag. In het laatste jaar behoorde hij als inwoner van het blok van de Markt met een bijdrage van 4 Rijnsgulden tot de rijkste 13 procent van de Bossche belastingbetalers. Waarschijnlijk woonde meester Henrick toen aan de Markt tegenover het Stadhuis tussen de Zadelmakersstraat (nu Schapenmarkt) en de Minderbroedersstraat. In 1514 bezat hij ook een woonhuis in de Kerkstraat, naast dat van Frans Peter Jans Vuchs. Deze laatste verhuurde in 1530 samen met Peter Jans Houtappel en Frans die Bye, zoon van wijlen meester Henrick die Bye, als dekens van het kramers- of koopmansgilde het huis "Sinter Claes", gelegen aan de Markt naast het Stadhuis, aan een zekere Willem Rutger Willems. 3)
Meester Henrick was getrouwd met een zekere Lysbet en had vijf kinderen: Mechtelt, meester Henrick junior (nr.48), Jenneken, Mariken en Frans. Mechtelt trouwde met meester Peter Pelgrom (nr.309) die samen met Dirck die Wolff (nr.420) meester Henrick na diens dood opvolgde als ordinarisklerk en klerk van de zesmannen. Vanaf omstreeks 1527 noemden ze zich stadsnotarissen. Meester Henrick die Bye junior (nr.48) volgde later Dirck die Wolff als stadsnotaris op. Zijn zuster Mariken trouwde met Willem Peters van Riel. Frans, apotheker en lid van het kramersgilde, was getrouwd met Jenneken, dochter van Claes Spijckers. Hij had bij haar vijf kinderen: Henrick, Jacob, Maryken, Lysbeth en Willem. Henrick is waarschijnlijk dezelfde als de meester Henrick die Bye, apotheker, die in 1589 samen met zijn vrouw Belyken, dochter van Mercelis Heymans, het huis "het Gulden Lavoir" op de hoek van de Markt en de Kolperstraat huurde van het Groot Gasthuis. Dit huis was op 13 april 1513 door Henrick Glavimans en diens vrouw Mary van Meyelsvoert nagelaten aan het Groot Gasthuis ten overstaan van meester Henrick als notaris. Het beroep van apotheker kwam meer voor in de familie De Bye. Al in 1485 en 1487 wordt een Arnt, zoon van wijlen Gerit die Bye, als zodanig vermeld. Van Schijndel en Van Dijck menen zelfs dat meester Henrick zelf apotheker was, wat wel zal berusten op een verwarring met zijn vermoedelijke kleinzoon. Ten slotte is nog als verwant te noemen Peterken, dochter van Peter Goutsmyt en weduwe van Reyner die Bye. Op 27 maart 1488 verleende ze een volmacht tot het innen van haar cijnzen en pachten aan Gerit Goutsmyt, haar broer, aan Arnt die Bye, korenkoper, en aan de notaris meester Henrick die Bye, natuurlijke zoon van Henrick die Bye. Meester Henrick overleed op 8 mei 1523. Zijn rouwdienst vond pas op 6 juni plaats in de St.Jan. 4)
|
Noten | |
1. | OLVB 49, fo.34v; GAH, RA 1255, fo.371v (24 dec.1485), RA 1257, fo.56v (27 mrt.1488), RA 1259, fo.272v (10 juli 1490), RA 1261, fo.7r (5 nov.1491), RA 1263, fo.155r (28 mrt.1494), RA 1265, fo.415v, 469v, (1495/96) fo.609v (1496/97); Keussen, Die Matrikel, II 108 nr.98; GAH, OA, klerk: B7 (1496), B9 (1498), B10 (1500/01) t/m B30 (1521/22), afsluiten van de rekening: B17 (28 apr.1510), B20 (20 mrt.1512), B22 (1512/13), B25 (18 mei 1517), B26 (13 juni 1518), B30 (1521/22); RANB, Coll.PG 1397 (suppl. 148a), kwitantie d.d. 22 aug.1520; GAH, OA A535, fo.286r-v (22 aug.1514); Bijlage II 31.14, 47.1, 47.2, 47.3, 182.26; GAH, IVR 1 (1494/95 t/m 1522/23); Van Zuijlen, Inventaris, 362; Vgl.: GAH, Coll.Aanw. 359 (26 jan.1497). |
2. | Van Zuijlen, Inventaris, 102, 111, 171, 189-192, 205-207, 284, 286, 295, 307, 335, 353-354, 378-382; GAH, OA B22 (1512/13), B23 (1513/14), B24 (1514/15). |
3. | Van Dijck, De Bossche optimaten, 208; OLVB 52, band 5, fo.158r (16 nov.1489), band 10, fo.325r (1500/01); Bijlage II 47.1; GAH, OA B12 (1502/03), B13 (1503/04), B15 (1505/06), B21 (1511/12) (vgl.: Blondé, De sociale structuren, 143, 155, 166-169); Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 130, 356, III 459, 497; Zie voor andere bezittingen o.a.: GAH, RA 1271, fo.253v (29 nov.1502 en 10 juli 1503); RANB, Coll.PG 436 (regest suppl. 175b) (20 mrt.1516); GAH, RVA 85 (regest 159) (13 dec.1505); ABP, St.Jan I 1669 (=akte 57.1). |
4. | GAH, IVR 2 (rekeningen van het blok van de Markt), 1527/28 t/m 1537/38; Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 199; Melssen, "Een Bossche familie", 109; GAH, GG 2216 (jaar 1589), 2819 (regest 1540) (11 mrt.1485), 2530 (regest 1582) (21 mei 1487); Bijlage I 47.2, 47.3; Van Dijck, De Bossche optimaten, 208; GAH, RA 1257, fo.56v (27 mrt.1488), RA 1258, fo.153r (30 dec.1488), RA 1847, fo.365r-368r (8 jan.1569); GAH, OA B30 (8 mei 1523); OLVB 49, fo.34v; OLVB 52, band 10, fo.223r (6 juni 1523); Volgens Van Schijndel heette meester Henricks vrouw Elisabeth Jacobsdr. Heymans, maar dit berust misschien op een verwarring met zijn kleinzoon, zie: Van Schijndel, "Pelgrom van Driel", 106, 108 noot 33. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschMr. Henricusde Bije Henricksz. obiit 1523 | 78v |
G.C.M. van Dijck, De Bossche Optimaten (1973) 208
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 178